vrijdag 27 april 2018

0

Ontmoeting met Tine Bergen


We hádden Tine Bergen al eens geboekt, eind februari, maar treinstakingen gooiden toen roet in het eten. Dat komt ervan als je een schrijfster uit het verre Leuven wil uitnodigen omdat je er al veel goeds over hebt gehoord. Hoewel al enkele non-fictie titels op haar actief en een thriller voor volwassenen, schrijft Tine Bergen overwegend korte jongerenromans waarin emoties en omgaan met frustraties centraal staan. De ideale spreker dus voor een publiek uit het derde middelbaar, voor wie het al eens wat 'meer' mag zijn.

Tine wist goed gedoseerd allerlei wetenswaardig over het schrijverschap in haar lezing te smokkelen. Ze debuteerde in 2006, kort na haar studies Germaanse talen en antropologie, met Verwachtingen, een liefdesverhaal dat behoorlijk schuurt. Ze hield het boek op voor het publiek, met die ietwat misleidende zeemzoeterige cover, en toonde zo aan dat een schrijver en een uitgever anders tegen een boek aankijken. Waar de schrijver een verhaal ziet dat hem na aan het hart ligt, ziet de uitgever in de eerste plaats een product waar fiks in geïnvesteerd is en dus zo goed mogelijk moet verkopen. En wat heb je daar als hongerige debutante tegen in te brengen?


Tine was al lang blij dat haar verhaal een echt Boek werd. Van kindsaf aan had ze geschreven, al was het maar om voor zichzelf een bubbel te creëren temidden van een lawaaierig gezin (lees: broer). Maar op een dag besliste ze dat ze de sprong echt moest wagen en zette ze zich met haar laptop op het terras. Na een periode met klassieke afwijzingsmails ('u past niet in ons fonds') en lange wachttijden, kwam er een verlossend berichtje van uitgeverij Clavis. Het steekt tot op vandaag in de inbox van Tine, als een reminder waar ze het allemaal voor doet.

In De vlindertheorie sluiten twee meisjes met bijna dezelfde naam, Linn en Lien, een weddenschap om een jongen. Wie de opdrachten die ze elkaar geven het beste uitvoert, mag hem hebben. Het mondt uit in een tragedie. De vlindertheorie verwijst naar de vleugelslag van een vlinder die aan de andere kant van de wereld een orkaan kan veroorzaken. De schrijfster las een stukje uit het begin van het boek voor en vroeg toen aan de leerlingen of ze geprikkeld waren om verder te lezen; een schrijver doet altijd heel hard zijn best op de openingspagina's, om de lezer het verhaal in te lokken. De meningen waren verdeeld. Wat voor de een te hard, te zwaar, te emo klonk, leek voor de ander een interessant, diepgravend verhaal over de realiteit.


De hele lezing door polste Tine naar de mening van het publiek. Dat is te prijzen, want dat doet lang niet elke auteur. Maar uiteindelijk valt een schrijver telkens terug op zijn eigen voorkeuren - hoe zou het ook anders kunnen? 'Een schrijver schrijft in wezen altijd hetzelfde boek,' zei Tine. 'En bij mij zijn dat nu eenmaal verhalen waar menselijke verhoudingen de dienst uitmaken. Het liefst in een geloofwaardige wereld, waar dus ook vervelende gevoelens zoals frustratie en spijt opduiken.'

Toch maakt een schrijver onvermijdelijk een evolutie door. Technisch: Tine is al lang niet meer tevreden over hoe de couleur locale in haar 'Japanse' roman Gaijin het verhaal overwoekert. Maar ook emotioneel: ze is milder geworden. Dé waarheid bestaat niet. Een roman moet eerder vragen stellen dan antwoorden geven. Begrip tonen. Die juiste, milde toon vond ze, of all people, bij Wannes Cappelle van Het Zesde Metaal. Bijvoorbeeld in het nummer 'Bouwt ip mie', dat Tine liet horen via YouTube. Met in onze contreien behoorlijk overbodige ondertitels, wat grappig was.


Ook een zekere gevoeligheid en twijfel zijn een schrijver eigen. Daarom was er die opluchting toen, na Verwachtingen, ook de volgende manuscripten van Tine vlot werden geaccepteerd. Haar debuut was dus geen gelukje. Ondertussen staan er meer dan tien boeken op de plank! En toch wordt schrijven nooit een vanzelfsprekende bezigheid. Het is een eenzaam bestaan, je moet alle beslissingen zelf nemen, en vaak tob je je suf op je eilandje of een boek wel zal werken in de grote buitenwereld. 'Er zijn vele redenen om een boek niet te schrijven,' sprak Tine aforistisch, 'en het belangrijkste talent van een auteur is zijn koppigheid - hij moet koppig genoeg zijn om door te zetten'.

Een kat in het schrijvershok is dan dankbaar gezelschap. Een kat oordeelt en veroordeelt niet. Snoep en fake mojito's brengen troost als het even niet vlot. En anders is er nog de enorme grabbelbak die Google heet, om de inspiratie een zetje te geven. Al is internet een tweesnijdend zwaard: afleiding ligt altijd op de loer. Na al die jaren is Tine sowieso blij dat ze niet alléén maar boeken pent. Ze werkt ook nog voor tijdschriften. Die input vanuit de journalistiek is van groot belang, voor het evenwicht. Over evenwicht gesproken: sinds ze kinderen heeft, is het voor Tine extra jongleren met tijd om te schrijven. De dagen vol plezierige chaos zijn voorgoed voorbij.


Met gepaste trots liet ze tot slot de covers zien van Onderbuik en Onderstroom, de eerste twee delen uit de thriller-serie Het college. De illustraties werden gemaakt door Eleni Debo. Tine liet meteen ook de ontwerpschetsen zien en toonde op die manier het proces van wikken en wegen waar elk aspect van een boek door moet. De leerlingen mochten opnieuw zeggen welke cover ze het mooiste vonden - en waarom.

Onderstroom verschijnt binnen enkele dagen. We wensen Tine een goede ontvangst van het boek toe en bedanken haar om helemaal naar Wevelgem te komen. Tot de volgende!

vrijdag 30 maart 2018

0

Leesmob!

In het kader van de Jeugdboekenmaand lieten de leerlingen van de gemeentelijke basisschool zich sponsoren per boek dat ze lazen. Het geld dat de actie opbracht dient om nieuwe leesboeken aan te schaffen. Deze morgen, als orgelpunt van de actie, viel er een heuse leesmob de bibliotheek binnen. Honderden leerlingen bezetten de bibliotheek om er te lezen.



vrijdag 2 maart 2018

0

Sneeuw in het park...






woensdag 28 februari 2018

0

Ontmoeting met Danny de Vos!


Danny de Vos is een relatief nieuwe naam aan het firmament der jeugdliteratuur. Hij debuteerde pas toen hij 47 was. Nochtans was Danny van jongsaf aan bezig met zijn gevoelens op papier te zetten. In de klas was hij een schuchter kind die liever onzichtbaar wou zijn, maar dat betekende natuurlijk niet dat er niets in zijn hoofd omging. Toen hij ouder werd, werd hem steeds vaker gevraagd: wanneer doe je iets met die schrijverij? Toen Danny gefascineerd raakte door het verhaal van zijn grootvader, die duiker was maar waarvan hij geen enkele foto bezit, kreeg hij het idee voor een heuse jeugdroman.

Laat ik meteen ook iets met Napoleon doen, dacht Danny. Uitgeverijen wilden in het Napoleon-jaar 2015 allemáál een boek rond de kleine keizer op de markt brengen. Dus als ik zijn naam in de titel zet... Dat was slim gezien: het prestigieuze Manteau hapte toe. Ondertussen heeft de schrijver al 7 boeken op zijn actief. Wat niet betekent dat redacteuren zijn manuscripten zomaar accepteren. 'Eigenlijk is schrijver-zijn goed vergelijkbaar met leerling-zijn op een school,' vertelde Danny het tweede middelbaar van het Sint-Pauluscollege. 'Je levert je werkstuk in tegen een strenge deadline, en een paar dagen later krijg je het terug vol rode doorhalingen.'


In Hoe Napoleon zijn verjaardag vierde gaat de twaalfjarige Melle op zoek naar zijn roots. Hij moet als strafwerk voor school een stamboom van zijn familie maken. Wanneer zijn Koreaanse studiegenote Yo ontdekt dat hij de lacunes in de stamboom met zijn eigen fantasie opvult, krijgt ze het te kwaad. Zij - een weeskind - zou niets liever willen dan haar echte voorouders te leren kennen! In het vervolgboek De vlucht van de kraanvogels wordt het verhaal van Yo uitgewerkt. Zonder spectaculaire Hollywoodiaanse herenigingsscènes - haar biologische ouders zijn nu eenmaal onvindbaar - slaagt Danny de Vos een positief einde te breien aan deze familiegeschiedenis.

Toen de Nederlandse uitgeverij Ploegsma hem vroeg een volgende roman over het vluchtelingenthema te schrijven - geen thema zo moeilijk, zó polariserend als vluchtelingen - vroeg Danny evenwel wat bedenktijd. Uiteindelijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan, want anders-zijn, hoe het voelt om anders te zijn, dat is gewoon een eeuwig fascinerend vraagstuk. Danny toonde een foto van een man die het stadion van Manchester United binnenglipte om in voetbaltenue te kunnen poseren met zijn idolen. Deze man, ja, die wist nu hoe het was om topvoetballer te zijn. Een Facebookreaguurder die bij de foto van de verdronken Aylan schreef blij te zijn ('alweer 30 euro minder dat we moeten betalen voor een vluchteling') - hij weet niet hoe je je moet verplaatsen in iemand anders.


Toegang geweigerd zou de roman uiteindelijk heten. En omdat Danny bij elk boek een bijbehorende song schrijft, nam hij er plots zijn akoestische gitaar bij en zong een liedje over een president en een koning die voor 1 dag met elkaar willen ruilen. Tijdens het vragenkwartier vertelde Danny trouwens dat hij in zijn beroepsleven sociaal inspecteur is, met als specialisatie mensenhandel. Toen werd het wel even stil in de cafetaria van de Porseleinhallen.

Danny heeft echter ook een lichte toets, en die kan hij kwijt in het For girls only-boek dat hij samen met de Nederlandse schrijfster Hetty van Aar maakte. 'Misschien is het wel leuker om met iemand anders te schrijven. Het is minder eenzaam, je daagt elkaar ook uit.' De For girls only-reeks gaat over hoe meisjes en jongens naar elkaar kijken. Elke titel wordt gemiddeld op 6000 exemplaren gedrukt, de reeks is heel populair.


Vossenstreken is misschien wel het leukste boek van Danny de Vos tot nu toe. Een informatief boek - maar mét humor. Op de koffie vroeg iemand van de uitgeverij of Danny niks kon doen over mensengedrag en dierengedrag én het verband tussen die twee. Als bij wonder kreeg hij kort daarna het bezoek van illustrator Arnold Hovart, die spontaan aanbelde en voorstelde een paar proeftekeningen te maken. Een hoofdstukje gaat over neuspeuteren, dat blijkbaar geen exclusief menselijke bezigheid is.

Nadat Danny zijn nieuwste roman voorstelde (Schroot, jongen ontmoet meisje dat aan urban exploring doet) mochten de leerlingen vragen stellen. Waar Danny de namen voor zijn personages vandaan haalde? Dat was een makkelijke. 'Gek, maar als ik eenmaal een beeld van het personage voor me heb, borrelt meteen ook een naam op' zei Danny. Hoelang doet een schrijver over een roman? 'Even lang als vrouwen zwanger zijn: negen maanden'. Hilariteit in de zaal. Ook het financiële plaatje (hoeveel verdient een auteur?) is een klassieke vraag die bij elke schrijver terugkomt. Dus legde Danny geduldig uit hoe de boekenwereld werkt met percentages - zo'n tien percent per boek gaat naar de schrijver.


Danny de Vos was een graaggeziene gast in de bibliotheek. Fijn dat hij helemaal uit Bornem naar Wevelgem wou komen. 'West-Vlaanderen is heel sterk in leesbevordering en auteursbezoeken,' zei hij toen we samen naar de auto liepen. Bedankt, Danny, en tot de volgende!

Bekijk hier alle boeken van Danny de Vos in de bib.

dinsdag 19 december 2017

0

Expo Ilah


Van 19 december tot 20 januari is er in de Bib in het park een expo met origineel werk van cartooniste en stripauteur Ilah.

Ilah - acroniem van Inge Liesbeth Alfonsina Heremans - studeerde toegepaste grafiek aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel en haalde een masterdiploma filosofie aan de KU Leuven. Ze is vooral bekend om haar personage Cordelia en de gelijknamige stopstrip die sinds 1996 in De Morgen verschijnt. Haar cartoons draaien vooral rond herkenbare situaties tussen mannen en vrouwen. "De herkenbaarheid van deze strip heeft een troostend effect dat een warm gevoel van dankbaarheid uitstraalt," schreef Marc Reynebeau over haar werk in Knack.

Uitgeverij Oogachtend publiceerde ondertussen negen Cordelia-albums (2001-2008). Tekenwerk van haar verschijnt in diverse Vlaamse kranten en tijdschriften. Recent maakte ze ook de tekeningen voor het columnboek Slaap kindje slaap verdomme van Lotte Debrouwere.

En nu is een mooie dwarsdoorsnede uit haar werk te zien in onze bibliotheek. Een verzameling schetsboekjes offreren een inkijk in de interne keuken van de cartooniste.












dinsdag 13 juni 2017

30

Leesclub ontmoet Lara Taveirne

De Leesclub van de bibliotheek moet al zowat sinds mensenheugenis bestaan. Vijfmaal per jaar komen de leden samen, meestal op de eerste woensdag van de maand, om leeservaringen uit te wisselen. In een ongedwongen sfeer: deelnemen is gratis en vrijblijvend, en elke bijeenkomst staat open voor iedereen die het te bespreken boek las.

En soms kan er dus een extraatje vanaf. Zoals op woensdag 7 juni, op de slotmeeting van dit seizoen. We hadden Lara Taveirne weten te strikken, de Brugse schrijfster (1983) die met De kinderen van Calais (2014), dat eerst tussen alle plooien dreigde te vallen, na een jaar onverwacht de Debuutprijs won, waarna het boek alsnog aan een spectaculaire remonte begon. Inmiddels heeft Taveirne ook Hotel zonder sterren (2015) uitgebracht, wisselde ze uitgeverij Manteau in voor het Nederlandse Prometheus en werkt ze nu aan een derde roman.


Lara probeerde eerst te achterhalen waar haar liefde voor schrijven vandaan kwam. Was het de ouderwetse typemachine van haar vader, die de o zo veranderlijke werkelijkheid toch via letters in het papier kon stansen? Was het schrijven van kindsaf aan een middel om haar angsten te bezweren, zoals dat kattebelletje dat ze als klein meisje aan een treinconducteur schreef, om zich mentaal klaar te maken voor een 'verre reis'? Of waren het toch de stapel liefdesbrieven die ze aan vriendjes schreef? Op een dag sprak ze af met een ex om een bepaalde brief terug te krijgen, waarna die kwam aandraven met een hele trekkersrugzak vol liefdespost!

Wat er ook van zij, inmiddels probeert ze de liefde voor het geschreven woord door te geven aan haar kinderen. Door veel voor te lezen, bijvoorbeeld. Het verhaal van Bobbel die in een bakfiets woonde en rijk wilde worden van Joke van Leeuwen blijft daarbij favoriet.


Het leeuwendeel van het praatje van Lara ging natuurlijk over haar succesboek. Ze vertelde hoe De kinderen van Calais ontstaan is. Over haar schoolreis naar Cap Blanc-Nez, waar ze met een vriendin geschorst werd toen ze zich te dicht bij de klifrand waagde. Over de dag dat ze het bewuste krantenartikel onder ogen kreeg waarin twee hartsvriendinnen in hun tienertijd onverwacht allebei zelfmoord pleegden -- door van de kalkrotsen van Calais te springen. Het lichaam van een van hen werd nooit gevonden. Wat haar onder meer fascineert is wat mensen onbewust doorgeven aan elkaar: tradities, opvattingen, een wereldbeeld, een temperament, en zelfs 'donkere genen'.


Prettig toeval voor de Leesclub: Kinderen van Calais wordt verfilmd door de jonge, Wevelgemse filmregisseur Ann-Julie Vervaeke. Zij kwam meeluisteren, beantwoordde vragen en gaf ten slotte à l'improviste een kleine causerie over het hele filmproject. Slotsom: een film maken in België heeft heel wat voeten in de aarde.

Lara vertelde dat een schrijver pas zijn volgende boek kan schrijven als hij zo ongeveer een hekel heeft gekregen aan het vorige. Loslaten is belangrijk. Ze liet een dia zien van Varengeville-sur-Mer, de plek waar ze het verhaal van de twee meisjes eindelijk los kon laten om aan Hotel zonder sterren te beginnen, een veel recht voor de raapser verhaal over de complicaties van de liefde.


Maar daar wou Lara het niet over hebben. Liever las ze voor uit haar nieuwe manuscript. Werktitel: Kerkhofblommenstraat. Een volkser verhaal over het Vlaanderen van de jaren veertig, gelardeerd met dialect dat ze uit oude dagboeken heeft opgepikt.

Het werd een prettige avond. "Jullie zijn zo stíl!" grapte Lara tegen het talrijk opgekomen publiek. Had het misschien iets te maken met haar voordrachtskunst? Feit is dat tussen de kaas en wijn achteraf de levendige dictie van de schrijfster vaak werd geprezen.


donderdag 27 april 2017

0

Lotte Debrouwere bezingt de vrolijke ellende van het ouderschap


Ze doet het in haar eentje, een kindje groot brengen. En daar schrijft Lotte Debrouwere uit Gullegem elke week een column over in Het Nieuwsblad. Zo vaak gelezen dat ze de verhaaltjes nu in een boek heeft gebundeld. Slaap kindje slaap verdomme, heet het. Een soms te eerlijke lofzang over het ouderschap. Herkenbaar voor alleenstaande ouders en alle ouders tout court.

Het boek wordt een lofzang op het ouderschap genoemd. Waarom een lofzang?
Omdat ik een ode wil brengen aan het alledaagse ouderschap. Hulde aan de gemiddelde ouder die er af en toe niets van bakt. Een hulde ook aan de alledaagse vrolijke ellende. Het 'getjool'. Het wordt omschreven als een 'te eerlijke lofzang'. Omdat ik misschien de dingen durf schrijven die je niet snel zegt als je kinderen hebt. Daarom ook de titel van het boek: 'slaap kindje slaap verdomme'. Ik moest echt strijden voor die vloek. Het is misschien hard, maar als je kind niet slaapt in het diepst van de nacht, dan lopen er buiten geen prachtige schaapjes. Dan zeg je niet lieflijk 'slaap kindje slaap'. Dan vloek je ook. Maar altijd, altijd zit de humor er ergens in. Omdat je er maar beter kan om lachen.

Wat is het verschil tussen een alleenstaande moeder en een moeder met vader?

Het zit hem in kleine en grote dingen. De vrijheid. Dat je niet even naar de bakker kan zonder je kind mee te nemen. Of een uurtje kan gaan lopen. Dan heb je direct een thuiswacht nodig. En je kan ook nooit in het holst van de nacht met een huilend kind aan je partner vragen 'liefje, sta jij eens op'. Heb je een partner, dan kan je er altijd wel ergens op rekenen. Dan verdeel je de last. Een kind is lastig. Het alleen opvoeden is dubbel zo lastig. Je bent ook de good cop en bad cop ineen. En je kan beslissingen over je kindje nooit aftoetsen. Je moet ze in je eentje nemen.

Wil je een rolmodel zijn voor andere alleenstaande moeders?
Geen rolmodel. Wel iemand die hen een hart onder de riem steekt. Onder het motto 'hier is het ook niet zo simpel'. Maar ik hoor van veel ouders en zelfs opa's en oma's dat ze zich er in herkennen. Ook al zijn ze met twee. Ook met twee kan het soms vrolijke ellende zijn natuurlijk.
Ik hoor vaak dat het herkenbaar, grappig en eerlijk is. Wel, als ik mensen daardoor een glimlach kan bezorgen, dan ben ik al blij.

Wat is een vikingdochter eigenlijk?
Die naam wordt gebruikt voor donorkindjes die verwekt zijn met Deens sperma. In ons land is er een tekort aan spermadonoren, dus doen Belgische ziekenhuizen beroep op Deens sperma. Daar is sperma doneren geen zo'n taboe. Mijn dochter heeft ook een mooie Scandinavische look. Blauwe ogen, bijna wit haar.

Verschenen alle columns uit het boek eerder in de krant ‘Het Nieuwsblad’?
Neen. Er zijn een 20-tal nieuwe columns. De meest tedere en ontroerende zijn er bij gevoegd. De meest literaire misschien. Omdat zij meer pasten in de intimiteit van een boek, dan in een krant. In een boek blijven ze ook langer bestaan. Een krant is vluchtiger.

Hoe duikt de inspiratie op voor een nieuwe column? Altijd uit het leven van de dag geplukt?
Zeer makkelijk. Ik moet nog maar naar de supermarkt gaan bijvoorbeeld. Gaat ze daar als een schildpad op haar rug kronkelen omdat ze geen zak chips krijgt. Gisteren stak ze nog de chocopot in de wasmachine en vorige week zette ze letterlijk een paard in de gang. Een plastic paard, voor alle duidelijkheid. En deze ochtend riep ze dat ze 'een kindje had gemaakt'. Dat vond ik nogal vroeg, ze is amper drie. Bleek dat ze een kind van pareltjes had gemaakt. Kortom, er is altijd en overal inspiratie.

Zijn er ook andere thema’s die opduiken, waar je over wil schrijven?
Absoluut. Door het boek heen, passeert ook de dood. Of het kleine, grote verdriet. Over een meisje dat een zeepaard in haar hoofd heeft. Een hersentumor die lijkt op een zeepaardje. Of over Oude Clara, die zegt dat mensen te kort leven en te lang sterven. Of over een mooi, overleden liefje, die alleen op het kerkhof ligt, terwijl hij daar niet zou moeten liggen. Maar altijd ligt er over de koude woorden een warm deken van liefde.

Hoe belangrijk is de lokale context? Zijn je columns herkenbaar Gullegems / Wevelgems?
Ja, er zit er eentje bij die gewoon volledig over het dorp gaat. En er komen ook mensen in voor die in Gullegem en Wevelgem wonen. Soms schrijf ik niet mals zoals 'waar flatgebouwen als kankergezwellen het laatste groen doen verdwijnen'. Dat gaat ook over ons dorp, waar ik soms hoop dat ze in plaats van een flatgebouw gewoon bomen neerzetten. Lang leve de weides en het groen. Dus ja, lokale context zit er in. Soms subtiel, soms heel duidelijk.

Benieuwd naar de reacties?

Dat ben ik elke week. En elke week is het geweldig om mailtjes te krijgen van mensen die hun vrolijke ellende uit de doeken doen. Om eens niet die perfecte facebookfoto's te zien van een prachtig hummeltje dat zijn mooiste lach etaleert, maar gewoon alles wat daaraan vooraf ging: dat het misschien wel honderd jaar duurde voor dat kind wou lachen. Dat het ook honderd jaar duurde voor het dat mooie T-shirtje wou aantrekken en dat het die ochtend nog weigerde om zijn boterham op te eten omdat er confituur op lag en geen choco.

'Slaap kindje slaap verdomme' van Lotte Debrouwere verscheen bij uitgeverij Lannoo.


Lotte Debrouwere...
- Ging na haar studies Pers en Communicatie radiojournalistiek studeren in Utrecht
- Haalde met een monoloog over haar overleden liefde de RVU-radioprijs en werd genomineerd voor Grenzeloos Geluid.
- Was reporter, regisseur en journalistiek bij Radio Nederland Wereldomroep, VARA en NCRV en woonde vier jaar in Hilversum
- Maakte radiodocumentaires voor Piazza op Radio 1
- Werkt nu twaalf jaar bij Het Nieuwsblad. Ze schrijft weekendverhalen en een wekelijkse column op zaterdag onder de titel "Lotte doet het alleen"
- Woont samen met haar driejarige dochter Loes - alias prinses Donderwolk - in Gullegem.
 

(c) foto Ivan Put