donderdag 23 oktober 2014

De biecht van Rik Vanwalleghem


Op donderdag 27 november organiseren bibliotheek en cultuurcentrum Wevelgem een bijzondere gespreksavond met Rik Vanwalleghem.
Rik is bij het grote publiek gekend als wielerjournalist en directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. Vorige zomer verraste hij met zijn spraakmakend romandebuut ‘Op drift’.
Wie Rik tijdens zijn jeugdjaren in Wevelgem kende, herinnert zich een speelse rebel die graag tegen heilige huisjes schopte. Binnenkort ruilt Rik het ouderlijk huis in de Roterijstraat voor een woning aan de Brugse Reien. ‘Ik heb eigenlijk nooit problemen gehad om iets achter mij te laten’, zegt hij.

Wonderjaren in Wevelgem

Rik werd in 1952 geboren en groeide op in de Roterijstraat, in het huis waar hij vele jaren later weer kwam wonen. ‘De straat en de buurt leken toen helemaal niet op wat ze nu zijn. De straat liep dood en er was veel open ruimte. En alles rook er naar vlas: er was een zwingelkot, een vlasschuur, een roterij. Samen met mijn zussen, neven en nichtjes speelde ik tussen de hooimijten en de vlaskapelletjes en joegen we op kikkers rond de Perremeersbeek. Ik herinner me nog de altijd op de loer liggende boerin Madeleine die ons geregeld op haar crèmekleurige fiets achterna zat toen we weer in haar weide hadden gespeeld.’
Rik hield er een vreemde hobby op na. ‘In mijn slaapkamer kweekte ik spinnen, die webben maakten in het raamkozijn. Zeer mooie exemplaren, peergroen, wijnrood… Ik voedde ze met vliegen en paardenmuggen.’

Rik liep school in het Sint-Pauluscollege dat toen nog maar net was opgericht in dat hallucinante Joegoslavische paviljoen. Hij had er les van iconische leerkrachten als Roger Duhamel, Norbert Moreel en Rudy ‘Tarzan’ Verschoore. ‘Hilarisch waren de lessen seksuele opvoeding van de priester-leraar Georges Dujardin,’ lacht hij.
Rik was ook actief in de plaatselijke chirojeugd. ‘Het waren boeiende tijden. Midden de jaren ’60: we hadden lang haar (tot net over onze oren!) en we droegen jeansbroeken die we onderdompelden in bleekwater. We kwamen in verzet tegen alles wat naar gezag rook. Het was verboden om te verbieden. Ik werd ook leider in de chiro, maar dat duurde maar vijf weken. Ik wou geen uniform dragen en zonder mocht niet van de toenmalige proost. Maar je kon na de chiro toch niet met korte broek in de jeugdclub verschijnen? Zo geraak je toch niet aan een lief? En als ik na de chiro eerst naar huis ging, mocht ik van mijn ouders het huis niet meer uit…’

Rik beleefde zijn wonderjaren. ‘Alles was vrijheid - blijheid. We richtten onze eigen heiligdommen in: het Zwingelkot in de Nieuwstraat en Den Gouden Os in de Lode de Boningestraat. In Jeugdclub Ten Goudberge was ik met enkele vrienden DJ Piete Kantropus. Ik had een mooie platencollectie die helaas in de vlammen opging tijdens een grote brand in het jeugdhuis.’

Acteur in 'Thuis'

Na zijn humaniora in het Sint-Jozefscollege in Kortrijk, wou Rik theater studeren aan het Brusselse RITCS. ‘Daar had mijn vader geen oren naar. Mijn jongste zus had al een artiest in de familie gebracht en hij wou er niet nog één. Ik trok naar de Kulak om Germaanse filologie te studeren, maar die studie viel me erg tegen. Het volgende academiejaar schreef ik me in aan de Gentse universiteit. Ik zou bioloog worden’.

Dat diploma leidde hem naar een verplichte job bij de Rijksdienst voor Monumenten en Landschapszorg. ‘Ik moest landschappen inventariseren en regelmatig moest ik rapporten voorstellen aan een selectiecommissie. In een rapport schreef ik eens dat er bij een vijver bestaande vogels als de grote trap en de kleine trap broedden. Ik voegde er de roltrap aan toe… Ik kreeg er geen opmerking over en toen wist ik het heel zeker: geen kat die mijn rapporten las.’

Na een nachtje stappen reed Rik met een vriend halsoverkop naar het jazzfestival in Montreux. Terug thuis las hij een vacature in een krant die hem naar een baan als journalist bij de Vlaamse Uitgeversmaatschappij leidde. Hij versloeg er eerst volleybal en zwemmen, maar al snel kwam hij terecht bij het wielrennen. ‘Het is met voorsprong de rijkste sport om over te schrijven. Feit en fictie, goed en kwaad: het ligt er allemaal zo dicht bij elkaar. Ik versloeg alle wedstrijden en leefde vele jaren een nomadenbestaan tijdens de Ronde van Frankrijk. Maar ik versloeg ook Paris-Dakar en dat was qua avontuur minstens even sterk. Later werd ik hoofdredacteur van Het Nieuwsblad en pr-verantwoordelijke van de Domo-wielerploeg, maar uiteindelijk kwam ik toch snel weer bij mijn grote passie terecht. Ik schreef liever over de sport en werd medewerker en columnist bij De Standaard’.

Het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde was op sterven na dood toen Rik er zijn schouders onder zette. ‘Het duurde tien jaar om het museum op de kaart te zetten. Maar nu draait het op volle toeren. Voor mij is het thuiskomen. De journalistiek en de krantenredactie waren hard werk. Ik voelde me steeds meer manager en dat was niet echt wat ik wou. Het Centrum is een beetje als de jeugdclub of het Zwingelkot, maar dan op professionele basis. Ik kan er mijn eigen ding doen. Elk jaar organiseer ik op de vooravond van het klassieke wegseizoen de Nacht van de Flandrien. Die avond, als ik spreek met renners en organisatoren en al eens grappen en grollen met hen uithaal, voel ik me thuis als een vis in het water. Dan kom ik dicht bij mijn eerste liefde: het podium. Want acteur in Thuis: dat was ik nu echt graag geweest!’

Praktisch

De biecht van Rik Vanwalleghem
Mieke Dumont (WTV / Focus) is gastvrouw en spreekt over de jeugdjaren, het journalistenleven, de wielerfascinatie, het romandebuut en de schrijfplannen van Vanwalleghem. Onverwachte en verrassende gasten voegen zich in het gesprek. Rik gaat te biecht maar betreedt ook zelf de preekstoel.
Een gespreksavond met pit én met muziek!

Donderdag 27 november 2014
Om 20u.15
OC- De Stekke Moorsele
Inkomprijs: 10 euro

Rik Vanwalleghem over zijn prozadebuut 'Op drift'.

Boeken van Rik Vanwalleghem in de bibliotheek.



0 reactie(s):