We hádden Tine Bergen al eens geboekt, eind februari, maar treinstakingen gooiden toen roet in het eten. Dat komt ervan als je een schrijfster uit het verre Leuven wil uitnodigen omdat je er al veel goeds over hebt gehoord. Hoewel al enkele non-fictie titels op haar actief en een thriller voor volwassenen, schrijft Tine Bergen overwegend korte jongerenromans waarin emoties en omgaan met frustraties centraal staan. De ideale spreker dus voor een publiek uit het derde middelbaar, voor wie het al eens wat 'meer' mag zijn.
Tine wist goed gedoseerd allerlei wetenswaardig over het schrijverschap in haar lezing te smokkelen. Ze debuteerde in 2006, kort na haar studies Germaanse talen en antropologie, met Verwachtingen, een liefdesverhaal dat behoorlijk schuurt. Ze hield het boek op voor het publiek, met die ietwat misleidende zeemzoeterige cover, en toonde zo aan dat een schrijver en een uitgever anders tegen een boek aankijken. Waar de schrijver een verhaal ziet dat hem na aan het hart ligt, ziet de uitgever in de eerste plaats een product waar fiks in geïnvesteerd is en dus zo goed mogelijk moet verkopen. En wat heb je daar als hongerige debutante tegen in te brengen?
Tine was al lang blij dat haar verhaal een echt Boek werd. Van kindsaf aan had ze geschreven, al was het maar om voor zichzelf een bubbel te creëren temidden van een lawaaierig gezin (lees: broer). Maar op een dag besliste ze dat ze de sprong echt moest wagen en zette ze zich met haar laptop op het terras. Na een periode met klassieke afwijzingsmails ('u past niet in ons fonds') en lange wachttijden, kwam er een verlossend berichtje van uitgeverij Clavis. Het steekt tot op vandaag in de inbox van Tine, als een reminder waar ze het allemaal voor doet.
In De vlindertheorie sluiten twee meisjes met bijna dezelfde naam, Linn en Lien, een weddenschap om een jongen. Wie de opdrachten die ze elkaar geven het beste uitvoert, mag hem hebben. Het mondt uit in een tragedie. De vlindertheorie verwijst naar de vleugelslag van een vlinder die aan de andere kant van de wereld een orkaan kan veroorzaken. De schrijfster las een stukje uit het begin van het boek voor en vroeg toen aan de leerlingen of ze geprikkeld waren om verder te lezen; een schrijver doet altijd heel hard zijn best op de openingspagina's, om de lezer het verhaal in te lokken. De meningen waren verdeeld. Wat voor de een te hard, te zwaar, te emo klonk, leek voor de ander een interessant, diepgravend verhaal over de realiteit.
De hele lezing door polste Tine naar de mening van het publiek. Dat is te prijzen, want dat doet lang niet elke auteur. Maar uiteindelijk valt een schrijver telkens terug op zijn eigen voorkeuren - hoe zou het ook anders kunnen? 'Een schrijver schrijft in wezen altijd hetzelfde boek,' zei Tine. 'En bij mij zijn dat nu eenmaal verhalen waar menselijke verhoudingen de dienst uitmaken. Het liefst in een geloofwaardige wereld, waar dus ook vervelende gevoelens zoals frustratie en spijt opduiken.'
Toch maakt een schrijver onvermijdelijk een evolutie door. Technisch: Tine is al lang niet meer tevreden over hoe de couleur locale in haar 'Japanse' roman Gaijin het verhaal overwoekert. Maar ook emotioneel: ze is milder geworden. Dé waarheid bestaat niet. Een roman moet eerder vragen stellen dan antwoorden geven. Begrip tonen. Die juiste, milde toon vond ze, of all people, bij Wannes Cappelle van Het Zesde Metaal. Bijvoorbeeld in het nummer 'Bouwt ip mie', dat Tine liet horen via YouTube. Met in onze contreien behoorlijk overbodige ondertitels, wat grappig was.
Ook een zekere gevoeligheid en twijfel zijn een schrijver eigen. Daarom was er die opluchting toen, na Verwachtingen, ook de volgende manuscripten van Tine vlot werden geaccepteerd. Haar debuut was dus geen gelukje. Ondertussen staan er meer dan tien boeken op de plank! En toch wordt schrijven nooit een vanzelfsprekende bezigheid. Het is een eenzaam bestaan, je moet alle beslissingen zelf nemen, en vaak tob je je suf op je eilandje of een boek wel zal werken in de grote buitenwereld. 'Er zijn vele redenen om een boek niet te schrijven,' sprak Tine aforistisch, 'en het belangrijkste talent van een auteur is zijn koppigheid - hij moet koppig genoeg zijn om door te zetten'.
Een kat in het schrijvershok is dan dankbaar gezelschap. Een kat oordeelt en veroordeelt niet. Snoep en fake mojito's brengen troost als het even niet vlot. En anders is er nog de enorme grabbelbak die Google heet, om de inspiratie een zetje te geven. Al is internet een tweesnijdend zwaard: afleiding ligt altijd op de loer. Na al die jaren is Tine sowieso blij dat ze niet alléén maar boeken pent. Ze werkt ook nog voor tijdschriften. Die input vanuit de journalistiek is van groot belang, voor het evenwicht. Over evenwicht gesproken: sinds ze kinderen heeft, is het voor Tine extra jongleren met tijd om te schrijven. De dagen vol plezierige chaos zijn voorgoed voorbij.
Met gepaste trots liet ze tot slot de covers zien van Onderbuik en Onderstroom, de eerste twee delen uit de thriller-serie Het college. De illustraties werden gemaakt door Eleni Debo. Tine liet meteen ook de ontwerpschetsen zien en toonde op die manier het proces van wikken en wegen waar elk aspect van een boek door moet. De leerlingen mochten opnieuw zeggen welke cover ze het mooiste vonden - en waarom.
Onderstroom verschijnt binnen enkele dagen. We wensen Tine een goede ontvangst van het boek toe en bedanken haar om helemaal naar Wevelgem te komen. Tot de volgende!