zondag 7 juni 2015

Leesclub ontmoet succesauteur Kris Van Steenberge


De Leesclub van de bibliotheek moet al zowat sinds mensenheugenis bestaan. Vijf maal per jaar komen de leden samen, meestal op de eerste woensdag van de maand, om leeservaringen uit te wisselen. In een ongedwongen sfeer: deelnemen is gratis en vrijblijvend, en elke bijeenkomst staat open voor iedereen die het te bespreken boek las.

En soms kan er dus een extraatje vanaf. Zoals afgelopen woensdag, op de slotmeeting van dit seizoen. "Iedereen hartelijk welkom op deze Leesclub XL!" begon Koen zijn inleidende praatje. Met gepaste trots: hij had de auteur van het laatste boek op de leeslijst kunnen strikken, Kris Van Steenberge. "Een gulzig auteur bovendien," grapte Kris, wijzend naar de twee glazen op tafel. "Als ze mij vragen: water of wijn? dan neem ik altijd water én wijn."

Van Steenberge is een nieuwkomer in de Vlaamse literatuur die met zijn "verbluffende debuut" (Knack) zowat alle debuutprijzen won die er te winnen waren. Dat theater hem na aan het hart ligt en hij ook wat van regisseren afweet, werd duidelijk toen hij het podium herschikte. Stoel en tafel werden aan de kant geschoven. Met weer een grapje: "Beroepsmisvorming. Ik stá in het onderwijs, ik zit niet in het onderwijs."


Jawel, hier stond de spreekwoordelijke bevlogen leerkracht te praten. Een leerkracht met een roeping. Kris vertelde hoe er in zijn woonplaats Lier ("eigenlijk een omhooggevallen boerengat, maar sshht") nog druk geroddeld werd toen hij, een intelligente jongeman, niet naar de universiteit ging maar de normaalschool volgde om in het lager onderwijs te kunnen werken.

Voor de klas heeft hij naar eigen zeggen het ambacht van verteller geleerd. "Want zonder vertellen kóm je er domweg niet in de lagere school. En weet je wat het mooie is? Kinderen liegen niet: als ze verveeld zijn, zie je ze wegzakken in hun bank."

Niet iedereen in de zaal had Woesten gelezen, ook nieuwsgierige mensen tout court waren welkom, dus uitgebreide analyses waren niet aan de orde. In plaats daarvan vertelde Kris over de ontstaansgeschiedenis van zijn boek. Een lange, bochtige weg die leidde van Lier over Tilburg naar Antwerpen, langs het poppentheater, een cursus filmscenarioschrijven én de schrijversacademie.

Dat laatste bleek een kantelmoment. Van Steenberge kon er luisteren naar mensen als Erik Vlaminck en Elvis Peeters: docenten die zelf schrijver waren. De opdracht een volwaardige ("publiceerbare") tekst als eindwerk te moeten schrijven, zou aan het licht brengen of Kris als aspirant-auteur wel uit het goede hout gesneden was:

"Ik ging deeltijds werken en kwam er snel achter dat ik over voldoende zitvlees beschikte om een boek te schrijven. Ik kreeg uitstekende punten voor mijn manuscript, en iemand van de jury zei me dat ik enkel nog op het telefoontje van een uitgever hoefde te wachten."


En inderdaad, al snel hing Rudy Van Schoonbeek, directeur van uitgeverij Vrijdag, aan de lijn. Niet alles verliep even vlot, er zouden nog verschillende versies van Woesten volgen, maar toen het boek eenmaal in de winkel lag, ging het erg snel:

"Ik kreeg het ene cadeau na het andere. Uitgeverij Podium wilde meteen een versie uitbrengen voor de Nederlandse markt. Het boek werd lovend besproken aan de tafel van De Wereld Draait Door, wat ik merkte aan de verkoopcijfers. Ik mocht twee debuutprijzen in de wacht slepen, er staan vertalingen op til én de filmrechten zijn verkocht."

Een nauwelijks te geloven droomstart voor een debutant. "Gelukkig was ik de woorden van mijn vader indachtig: Als je naast je schoenen begint te lopen, kom je hier nooit meer binnen!"

Kris had het daarna over de humus, de vruchtbare potgrond van Woesten. De auteur groeide op in Duffel en Kontich ("de parking van Antwerpen"), maar bezocht om het andere weekend zijn grootvader in Sint-Lievens-Esse. Als rebelse puber had hij niet altijd evenveel boodschap aan die bezoekjes, maar dat zijn opa maar heel sporadisch iets loste over zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog, was altijd blijven hangen.

"In die tijd waren er domweg geen psychologen, traumabegeleiding of slachtofferhulp. Zelfs de Tweede Wereldoorlog was op dat vlak al een hele stap vooruit. De pers zat ook dichter op het slagveld en het nieuws bereikte veel sneller de huiskamer. Maar in '14-'18?"


In de pauze werden wijnglazen bijgevuld, boeken gesigneerd, loftuitingen uitgewisseld, en kon je de verbroedering meemaken tussen onze gastspreker en kersvers Moorselenaar Bart Van Loo - nóg een auteur wiens carrière in een stroomversnelling zit, en dat eveneens voor een stukje dankt aan opgemerkte passages bij DWDD.

De vragenronde na de pauze bleek er toch eentje voor de insiders. Veel vragen hadden te maken met personages die iets bij de lezer hadden losgemaakt. Die pastoor, had Roger Vangheluwe daarvoor model gestaan? Wat met de autistische trekjes van dokter Guillaume? Waarom komen er überhaupt geen echt positieve relaties in de roman voor?

Iemand meende een link te zien tussen Woesten en het werk van Philippe Claudel. Iets wat Kris, hoewel een fan van Claudel, toch relativeerde. "Iedereen heeft een eigen print in zijn hoofd van de boeken die hij leest, en misschien zorgt die blauwdruk wel voor de parallellen tussen boeken die in se behoorlijk van elkaar verschillen."


Wie Woesten had gelezen, genoot na. Wie Woesten nog moest lezen, zou dat snel doen, geïnspireerd door het vitale betoog van Van Steenberge. "Alsof ik mezelf bezig hoorde," zei Bart Van Loo, die zelf ook inzet op theatraliteit en performance.

Kris Van Steenberge had eerder op de avond uit Woesten voorgedragen, een stukje over het personage Elisabeth. Expressief en uit het blote hoofdDat maakte best indruk; het is eens iets anders dan een mummelende schrijver die half over zijn boek gebogen zit voor te lezen.

Tot volgend jaar!

0 reactie(s):