maandag 28 april 2014

Jeugdauteur Johan Vandevelde op bezoek


Een van de trends in de Vlaamse adolescentenliteratuur van, pak 'm beet, de laatste tien jaar, is de specialisatie in genrefictie. De ene auteur bekwaamt zich in horrorverhalen, een andere bedrijft fantasy voor jongeren, een derde schrijft hoofdzakelijk detectiveverhalen.

Dat is prima: de boeken zetten allemaal in op spanning, actie en een goed verhaal -- op leesplezier, dus. Voor jongeren zijn het daarom vaak stapstenen op de lastige weg van jeugdboeken naar volwassenliteratuur (waar de genres ook welig tieren). Leerkrachten, van hun kant, maken dankbaar gebruik van genrefictie om hun leeslijsten, die vaak bol staan van ernstige 'probleem'boeken, wat op te leuken.

Al jaar en dag vaste klant in de hoogste regionen van de KJV-eindlijstjes is Johan Vandevelde. Vlaming. Geboren in 1973. Woont in Brussel. Timmert al vijftien jaar aan de weg als scenarist en jeugdauteur. Johan is gepassioneerd door goede verhalen en de juiste manier om die aan zoveel mogelijk mensen kwijt te kunnen. Als kind al vond hij opstellen schrijven het einde. Zelfs strafwerk kon hem niet deren; dat was enkel een alibi méér om een opstel te kunnen maken.


Johan kwam op verzoek van de bibliotheek een lezing geven over zijn 'leven en werk', zoals dat dan heet. In een stevig tempo fietste hij door zijn meest recente boeken. Tussendoor gaf hij, zwierig, speels, en getoetst aan populaire voorbeelden (Lord of the Rings), een lesje in verteltheorie.

Na zijn opleiding Audiovisuele Kunsten aan de filmschool RITS kon Johan zowat meteen aan het werk als scenarist bij productiehuis Multimedia (nu Eyeworks). Aan de hand van een uitgeschreven scène uit Flikken lichtte hij de anatomie van een goed scenario toe. Gedachten en gevoelens vind je er niet in: enkel wat te zien zal zijn, is relevant. Een verhaal op het grote of het kleine scherm vertel je aan de hand van wat personages doen. Een scenario bevat ook heel wat praktische informatie voor de producent. De aanduiding int. (binnenscène) in plaats van ext. (buitenscène) scheelt al snel enige duizenden euro aan politiekosten, vrachtwagens en extra belichting.


Nu is televisiemaken tot op zekere hoogte de kunst van het haalbare. Elke scenarist leeft op deadlines. Dat begon steeds meer te wringen; Vandevelde laat een verhaal liever rijpen tot het goed is. In 1999 schakelde hij daarom over op het schrijven van boeken. Zijn debuut De Tijdspoort was eigenlijk een overgangsproduct: oorspronkelijk was het een scenario voor een SF-film, die er nooit kwam omwille van evidente financiële problemen. Johan turnde het daarom om tot een jeugdboek. Twee jaar later mocht hij de eerste prijs van de Limburgse Kinder- en Jeugdjury in ontvangst nemen. De bal ging aan het rollen.

Nachtwild, met die fraai gestileerde cover, gaat over een duistere kracht die Brussel in zijn greep heeft. En over een smartphone-app bedoeld om jongeren te ontvoeren. "Alleen voor stalen zenuwen en ijzeren magen!" waarschuwde de schrijver.


In de fantasy-trilogie (straks tetralogie) Elfenblauw staat Sander centraal. Hij wordt kroonprins van het magische Cyndrië, een wereld vol draken en eenhoorns. Johan had voor de gelegenheid de vlag van Cyndrië meegebracht... Eerlijk is eerlijk, voor wie niet vertrouwd was met deze boeken ging het ijltempo waarmee Johan elke synopsis zat te schetsen zich hier een beetje wreken.

De Elfenblauw-cyclus zal blijven aangroeien, verklapte de schrijver. Maar op twee voorwaarden. "Kan ik mezelf blijven overtreffen?" En: "Zit er een voldoende groot publiek te wachten op een vervolg?" De vele enthousiaste mailtjes laten over die laatste vraag alvast geen twijfel bestaan.

Naast SF en fantasy schrijft Johan Vandevelde ook traditionele literatuur. Zelf noemt hij het liever "levensechte boeken". Jaspers vlinders is een breekbaar verhaal over een jongen die aarzelend met zijn geaardheid in het reine moet komen, en daarin gesteund wordt door zijn leerkracht biologie die --publiek geheim-- ook homo is.


Johan bood toen een blik in de interne keuken. Hoe schrijft hij zijn verhalen eigenlijk? De computer blijkt het uitgelezen instrument van de hedendaagse schrijver. Dáár worden de eerste ideeën in mappen ondergebracht, samen met grappen, foto's en zelfs inspirerende muziek. Zijn er genoeg ideeën voorradig, dan worden de personages wat meer uitgewerkt. "Zij moeten zo vertrouwd aanvoelen als je familie." Ze moeten ook interessante trekjes hebben: wie een huurmoordenaar bedenkt met een liefde voor bloemen, zorgt ervoor dat we ook voor hem een klein beetje sympathie kunnen voelen. Langs een regenpijp naar beneden klauteren krijgt een extra lading wanneer de held last heeft van hoogtevrees...

Blijft over: de structuur van een verhaal. Zonder structuur zakt het hele zaakje in elkaar. Alle goeie verhalen, alle blockbusters uit Hollywood, gaan terug op een structuur die Aristoteles al heeft blootgelegd. In het begin stelt de auteur zijn personages voor. Wanneer hun leven door een dramatische wending overhoop wordt gegooid, krijgen ze een doel voor ogen en kan het verhaal beginnen. In het middendeel moeten de helden een aantal hindernissen overwinnen. Elk hindernissenparcours bevat wat in het jargon een 'zwart punt' wordt genoemd: het dieptepunt van het personage én het hoogtepunt van het verhaal. Op het einde volgt de ontknoping: de held bereikt zijn doel. Of niet.

Gelukkig is tekst levende materie en laat het schrijven van een roman zich nooit herleiden tot het invullen van een schema. Mogelijkheden genoeg voor de schrijver of zichzelf te verrassen. Elk boek eist ook meerdere versies om alles goed strak te krijgen.


De leerlingen van het Sint-Pauluscollege (Wevelgem en Moorsele) uit het tweede middelbaar vroegen Johan onder meer of zijn inspiratie ooit dreigt op te drogen. "Kan ik me niet voorstellen," zei hij. "Wie zijn ogen goed openhoudt en blijft nadenken over de wereld om hem heen, heeft altijd verhalen genoeg om te vertellen. Schrijven is niet zomaar een beroep. Het is een drang, een passie. Een dag niet geschreven, of een dag niet nagedacht óver wat te schrijven, is voor een auteur een dag niet geleefd."

Iemand polste naar Johans favoriete schrijver. Leest hij zelf veel boeken? "Ray Bradbury," klonk het meteen. "Een Amerikaan. Bedenker van SF-verhalen met een uitzonderlijk poëtische inslag. Fahrenheit 451 is zijn bekendste titel, over een wereld waarin boeken verboden zijn. Maar Dandelion Wine moet zowat mijn lievelingsboek zijn. Eigenzinnige jeugdmemoires uit het Amerikaanse midwesten."

Johan Vandevelde bleek een zeer benaderbare schrijver met een goed verhaal. Hij wist het publiek op een natuurlijke manier stil te houden. Dat zijn boeken publiekslievelingen zijn, is daar natuurlijk niet vreemd aan. Enkele leerlingen hadden wat meer over zijn privéleven geweten (Is hij getrouwd? Heeft hij kinderen?). Andere leerlingen hadden het blok over scenarioschrijven ingeruild, of ingekort, voor een voorgelezen fragment uit een van de boeken. Over het algemeen waren de reacties zeer positief. "We gaan zeker eens op zoek naar zijn boeken," luidde het hier en daar, bij wie niet vertrouwd was met het oeuvre. Kijk, dat horen we natuurlijk graag! Daar doen we het voor.

Bedankt, Johan. Tot de volgende!

(Meer weten over Johan Vandevelde? Bezoek zijn website, met o.a. een forum om samen te discussiëren over de boeken.)


0 reactie(s):