maandag 14 november 2011

Wordt het kinderboek doodgechat? / Einde van werkgroep Het betere kinder- en jeugdboek

Vorige week donderdag ontvingen we hoog bezoek in de bibliotheek! Jan Van Coillie, doctor in de kinder- en jeugdliteratuur, docent, recensent en bloemlezer, hield een enthousiaste causerie over de toekomst van het kinderboek: 'Wordt het kinderboek doodgechat?'

Jan was er niet zomaar. Na meer dan 30 jaar houdt onze werkgroep Het betere kinder- en jeugdboek er dit jaar mee op. De lezing van Jan vormde een mooi sluitstuk van drie decennia van boeken kiezen, boeken lezen en boeken keuren. Eerst sprak een duidelijk geëmotioneerde Conny het publiek toe:

Voor ik Jan aan het woord laat, wil ik van de gelegenheid gebruik maken om de leden van de werkgroep te bedanken voor hun jarenlange inzet. Deze werkgroep werd indertijd opgestart om het Vlaamse jeugdboek te promoten, maar in de loop der jaren sloten we auteurs en illustratoren van over heel de wereld in ons hart. En toch blijven de Vlaamse schrijvers en tekenaars hun plaats verdienen op onze aanraderslijsten. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de leden, die hier vanavond bijna allemaal aanwezig zijn, hun boekenliefde zullen blijven doorgeven aan kinderen, jongeren en volwassenen. Dat blijkt immers meer dan nodig te zijn in een tijd waarin Piet en Jeroen dé toppers op de boekenbeurs zijn en kinderen overspoeld worden met dvd's, games, internet en televisieprogramma's allerhande.

Waarna Jan van wal stak, om meteen ál te pessimistische gedachten over het einde van het kinderboek de kop in te drukken.



Doemdenken over de toekomst van het kinderboek
, zei Jan, dateert al van de jaren zestig. Toen was televisie de kop van jut. In de jaren tachtig keek men angstig naar de hausse in computerspelletjes. Tegenwoordig is het internet de grote boosdoener.

Ondertussen toont onderzoek aan dat kinderen juist méér lezen dan vroeger. Alleen: minder boeken. Kinderen zitten twee uur per dag voor het computerscherm. Of het snelle internettijdperk concentratieproblemen in de hand werkt, is vooralsnog een open vraag. Een belangrijke vraag, niettemin: het grote probleem met 'literair' lezen is dat het juist grote concentratie vergt. De lezer moet trager worden.

Als boeken afgedaan hebben is dat volgens Jan vooral een spijtige zaak omdat geen enkel ander medium iemand zo subtiel kan inwijden in de leefwereld van andere en andersdenkende mensen. Lezen scherpt onze empathie aan.

Bestsellers als Geronimo Stilton hoeven overigens niet met een scheef oog bekeken te worden. Kinderen lezen Stilton tot hun tiende jaar; daarna kijken ook zij erop neer. De grote verdienste van Stilton & co is dat ze lezen cool maken, óók voor jongens.

Jan Van Coillie had twee curverbakken barstensvol boeken meegebracht. Tientallen titels passeerden de revue, door Jan gloedvol aan elkaar gepraat. Samen moesten ze de troeven onderstrepen die kinderboeken nog steeds hebben in deze digitale tijden.

Jan ziet humor en spanning als de twee grote verleiders die kinderen kunnen aanzetten tot lezen. Daarnaast blijven sprookjes, gemoderniseerd of niet, belangrijk — geen verhaal dat op latere leeftijd zo krachtig bijblijft als een sprookje. Het herhalingseffect in prentenboeken stelt kinderen in staat om zelf voorspellingen te doen over de loop van het verhaal.

Boeken zijn ook geschikt om de emotionele leefwereld van kinderen uit te diepen; niets zo universeel als emoties, zeker als ze door dieren worden uitgebeeld. Ook adolescenten zitten vol emoties; adolescenten zijn nieuwsgierig naar lotgenoten in moeilijke situaties en de manier waarop deze dan daarmee omgaan. Aangepaste literatuur komt aan die wens tegemoet.

Een manier om kinderen aan het lezen te brengen, is hen boeken geven over een geliefkoosd onderwerp, zoals hun huisdier. Uiteraard sporen veel boeken aan tot nadenken en filosoferen, of maken ze ons slimmer. Tot slot had Jan nog een paar mooie woorden over voor poëzie.



De lijst met alle boeken die aan bod kwamen vind je hieronder.
.
.

0 reactie(s):