woensdag 17 april 2013

Stan Lauryssens in Avondklok [verslag]

Op woensdagavond 20 maart kwam de Vlaamse thrillerauteur Stan Lauryssens praten over zijn boeiende leven. U had nog een verslagje van ons te goed. Bij deze.

We hadden beter moeten weten. "Als freelance-journalist reisde Stan Lauryssens in de jaren zeventig en tachtig de wereld rond en interviewde vele bekende namen": met dat zinnetje werd de passage van Stan Lauryssens in Avondklok aangekondigd. In zijn plezante causerie kregen we van Stan een, euh, genuanceerdere versie van de feiten te horen.

Want toen hij bij Panorama aangenomen werd als journalist, was er geen geld om zijn vliegreizen naar Amerika te betalen. Dus werden alle interviews op een Antwerpse zolderkamer bij elkaar geknipt, geplakt en verzonnen. Ondertekend met het pseudoniem 'Steven Stanley' werden ze de wereld ingestuurd. Niemand die erom maalde. "De mensen willen bedrogen worden." Dat was blijkbaar de levensles die Stan die woensdagavond wou meegeven.

Het was een les die Lauryssens zelf vroeg genoeg leerde. Na zijn legerdienst in Soest ging hij werken in een zuivelfabriek van Valio. Daar moest hij gaten maken in uit Finland geïmporteerde nep-Emmentalkaas. Gewoon, opdat die eruit zou zien als authentieke Zwitserse Emmental. Wat niet ziet, niet deert. Toch?

Na zijn dagen bij Panorama kwam Stan terecht bij beleggingsclub IEC. Hij was er verantwoordelijk voor het verpatsen van de kunstproducten. Met een BV aan zijn zijde (om bij modale Vlamingen interesse te wekken) liep hij de argeloze middenstanders af die hun zuur verdiende centjes investeerden in al dan niet imaginaire schilderijen. Stan herinnert zich nog hoeveel geld gaat in een papieren broodzak: 9 miljoen frank, meneer.

De IEC-tijd was een decadente tijd, gaf Stan met pretlichtjes in de ogen toe. Er werd vaak op Genève gevlogen, waar het hoofdkwartier was gevestigd. Waren er tijdens de lunch geen broodjes, dan werd even snel naar België over en weer gevlogen. In Amerika werden aan Vlaamse beleggers een stukje grond, hun stukje grond, getoond dat niet ver van de JR-mansion lag in Dallas -- althans, de bordkartonnen versie die het bedrijf in de achtergrond had opgesteld.

Lauryssens leerde bij IEC dat vooral Salvador Dalí goed verkocht. Posters van 4000 fr. gingen van de hand voor 400.000 fr. Dalí deed het zo goed, niet omdat Vlamingen dol waren op de kunst van 'de zot van Cadaqués', maar omdat hij zo'n beroemde, excentrieke figuur was.

Het mooie, frauduleuze liedje kon niet eeuwig blijven duren. Na een inval in het Antwerpse IEC-filiaal werd de top van het bedrijf afgevoerd naar Begijnenstraat 42: de gevangenis. Stan vertelde smakelijk hoe hij op een welbepaalde manier tegen de muur moest staan, zodat agenten makkelijker zijn rectum konden controleren op verboden voorwerpen. "En weten jullie waarom al die gevangenen in films zo voortsloffen? Omdat de schoenen die je krijgt steevast te groot zijn."

Uiteindelijk kon Stan Lauryssens kon de wijk nemen naar Spanje, via de luchthaven van Parijs. Gelukkig had hij nog wat broodzakken met zwart geld over, voor de eerste onkosten. In Spanje betrok hij een villa boven op een heuvel in Cadaqués, die op gezette tijden met planken moest dichtgespijkerd worden, toen de de tramontana dreigde op te steken.


Op een dag stelde Stan verbaasd vast dat hij de buurman was geworden van, jawel, Salvador Dalí. We schrijven 1985, 1986, toen Dalí al aan het dementeren was en een team van schilders in een geheim atelier aan de lopende band nieuwe "Dalí's" aanmaakte. Het is met het verslag van deze praktijken, in Dalí en ik, dat Stan Lauryssens wereldberoemd werd. Het boek is vertaald in 33 talen, dat wou Stan snel even kwijt. "Tja, ik kom uit Antwerpen, stad van stoefers en dikkenekken."

Hoe de Dalí-industrie in elkaar zat? Heel eenvoudig. Men projecteerde disparate elementen uit oude schilderijen van Dalí op een wit doek tot een nieuw geheel, waarna iemand de omtreklijnen ging tekenen. Daarna werden de genummerde vlakken volgens nummer ingekleurd. Toen zo'n fake doek af was, werd het gefotografeerd met Dalí ernaast. Vooral dat deed het 'm: de polaroidfoto diende als bewijs van echtheid.

Even dreigde de voortvluchtige Lauryssens ontdekt te worden toen hij op reis naar Zwitserland uit het oog was verloren dat zijn reispas na vijf jaar was vervallen. Stan kon er, oog in oog met de douanebeambte, in een acuut moment van inspiratie een draai aan geven, en liet een ander documentje doorgaan voor Krankenausweis. Het werkte.

Later kreeg Lauryssens sowieso een brief van de Belgische instanties waarin werd meegedeeld dat "het Zijne Majesteit de Koning had behaagd hem gratie te verlenen". Dat was echter buiten de Spaanse overheid gerekend. Net als in Antwerpen destijds, klonken er op een dag loeiende politiesirenes voor de oprit en werd Lauryssens alsnog ingerekend.

Zodoende heeft Stan bijna alle grote gevangenissen van Spanje aan de binnenkant gezien: Girona, Barcelona, Madrid... Aan Madrid bewaart Stan de beste herinneringen. "Meer een sprookjespaleis dan een gevangenis! Palmen op de binnenkoer, een zwembad, cornets van het IJsboerke..."

In de bajes van Madrid heeft Stan tijdens het biljarten vele inside stories gehoord die hem nu nog van pas komen in zijn thrillers. Lauryssens moest voor tolk spelen tussen de criminelen en ving zo een en ander op. "Weet je hoe je alcoholhoudend bier maakt met alcoholvrij bier? Doe suiker, fruit, yoghurt en alcoholvrij bier in een glas, laat dat een dag gisten in de zon, et voilà!"

Op het einde van de causerie kregen we kort de breekbare Stan te zien, toen hij vertelde over zijn Spaanse zoon Luis en zijn Londense zoon Jamie. Hij heeft er geen contact mee, weet niet waar te zoeken en is daar het hart van in. "Wat doet een mens dan? Zoeken op Google, op Facebook. Maar dan vind je veel mensen met dezelfde naam, dus zoek je uiteindelijk toch geen contact."

Tegenwoordig schrijft Stan Lauryssens thrillers. Zwarte sneeuw was de eerste in het rijtje, meteen goed voor de Hercule Poirotprijs 2002 voor de spannendste roman van het jaar. De auteur gaat er prat op dat waar andere Vlaamse thrillerauteurs alles uit hun duim moeten zuigen, hij kan bogen op heel wat praktijkervaring. In 2012 verscheen Alle dagen curry en seks op zondag, een autobiografisch boek over zijn leven in Londen met een Indische vrouw. Waarmee hij dus een zoon heeft.

Stan is niet alleen op papier een rasverteller. Hij is het ook in levende lijve. Eén van de vermakelijkste edities van Avondklok was dit, die zelfs op deze midweekse avond een groter publiek had verdiend.

0 reactie(s):