zaterdag 28 januari 2017

0

'Op zoek naar poëzie' met Xavier Roelens

Xavier Roelens, een eigengereide Vlaamse dichter die al meer dan tien jaar aan de weg timmert, koos niet voor de gebaande paden in zijn introductielezing over poëzie. In het kader van Gedichtendag kwam Roelens (Rekkem, 1976) in een poëtische aflevering van Boterhammen in de Bib vertellen over zijn persoonlijke relatie met de dichtkunst - en deed dat met verve.

Het begon als puber, Xavier was een jaar of zestien, in de poësis. Voor de klas mocht hij het sonnet 'Wijding aan mijn vader' van Karel van de Woestijne voordragen. Het deed hem voor het eerst nadenken over de kwaliteit van taal. Het zette hem aan tot zijn eerste eigen versregels die hem kwamen aangewaaid tijdens het fietsen van school naar huis. Regels die, met de blik van nu, taalfouten bevatten, maar dat deerde toen niet.

Tastend, zoekend, met veel handgebaren, liet Roelens de dichters aan bod komen die hem een wereld hadden opengelegd. De onvermijdelijke Herman de Coninck, met de parlandopoëzie van Vingerafdrukken, was belangrijk. Hij was een van de eerste dichters die ontdekt werden in de bibliotheek. (De hele rit lang bleef Roelens erop hameren hoe belangrijk de openbare bibliotheek is voor de poëzieliefhebber).


Een echte "autostrade" werd geopend door Lucebert, de keizer van de Vijftigers, de dichter die "de ruimte van het volledige leven" in een gedicht wou opnemen. Zijn verzamelde verzen springen van het ene gevoel op het andere, ook binnen één gedicht. De gulzigheid van Luceberts taal en de reikwijdte van zijn onderwerpen spraken Roelens aan en zouden zijn eigen poëzie beïnvloeden.

Roelens debuteerde in 2007 met Er is een spookrijder gesignaleerd, een bundel compacte, vormvaste gedichten geïnspireerd op Stèles van Victor Segalen. Hoe anders is Stormen, olielekken, motetten (2012) - een uitzinnige bundel over biodiversiteit, met allerlei typografische vondsten en gedichten vol citaten die het midden houden tussen poëzie en proza.

Paul van Ostaijen comes to mind, en inderdaad, ook hij was belangrijk voor Roelens. Hij leerde hem kijken naar poëzie, de aanblik van een gedicht ook te zien als een beeld dat iets kan vertellen. Ook hoe Van Ostaijen tekstflarden uit de oorlog letterlijk in zijn gedichten opnam - de oorlog liet zien in plaats van de oorlog op te roepen - was een openbaring.

Een hedendaagse dichter die experimenteert met typografie en waar Roelens zich mee verwant voelt is de Nederlander Tonnus Oosterhoff. Roelens stond zelf in voor de vormgeving van het binnenwerk van zijn tweede bundel en wees erop hoe je instrument - schrijven in InDesign, niet in Word - de vorm van je gedichten in een bepaalde richting stuurt. Niets is onschuldig.


De voorlaatste dichter die Roelens midscheeps raakte was Jeroen Mettes - de jonge, beloftevolle essayist die op zijn blog Poëzienotities gedichten diepgravend besprak en aandacht opeiste voor poëzievormen die in de Lage Landen nagenoeg onbekend zijn, zoals het lange prozagedicht. Roelens liet de cassette zien waarin N30 is opgenomen, het lange gedicht dat postuum (Mettes pleegde zelfmoord in 2006) werd gepubliceerd.

Ook Mettes schaamde er zich niet voor om allerlei zaken van buitenaf op te nemen in zijn poëzie, van de hak op de tak te springen zoals het leven zelf en de lezer - zonder handleiding - het resultaat te laten ervaren. Een mens is immers meer dan ratio alleen - een gedicht moet je eerst ondergaan of beleven.

Ook Roelens probeert in zijn poëzie de stem, de stemmén van de ander in zijn gedichten te betrekken. Het meest zal hij dat doen in zijn laatste bundel, die als het goed is dit jaar nog verschijnt. Daarin worden de vroegste jeugdherinneringen van tientallen mensen verwerkt: "Ik haal teksten van buitenaf, ik trek ze door mij en zie wel wat er weer naar buiten komt."

Afgesloten werd er met een knipoog naar de roots. Met Guido Gezelle. ''t Er viel 'ne keer', een van de mooiste gedichten in het West-Vlaams. Roelens is overigens een begenadigd voordrager van poëzie - eigen of andermans poëzie. Iemand die wat theater in zijn presentatie niet schuwt. De tijd dat gedichten per definitie stonden voor verstilling en bezinning ligt gelukkig al een tijdje achter ons.



dinsdag 13 december 2016

0

Aagje en Stephanie en de parabel van de talenten

Dit najaar verschenen twee boeken van jonge Wevelgemse auteurs. In ‘Veerkacht’ kijkt Aagje Vanwalleghem terug op haar carrière als topturnster. Stephanie Coorevits geeft in ‘De romantische komedie’ een bijzondere kijk op de onmogelijkheid van de levenslange romantiek in een relatie.

Stephanie, je boek is erg persoonlijk. Is het het verhaal van jij en je vriend Simeon?

Het is absoluut 100% autobiografisch. Het boek is er gekomen vanuit een soort frustratie betreffende sociale media en hoe iedereen daarop altijd doet alsof alles perfect is. Dat is niet zo en als je denkt dat dat wel zo is, dan word je daar bijzonder ongelukkig van. Ik denk dat ik een redelijk doorsnee relatie heb en het is dan ook de bedoeling van het boek om dat te tonen. Om te zeggen: het is ok om normaal te zijn.

Hoe reageert Simeon en wat vinden de vrienden van het verhaal?

Iedereen reageert heel positief. Maar als ze het niet goed zouden vinden, zouden ze dat wellicht niet recht in mijn gezicht zeggen. Simeon was een beetje bang dat ik hem als een botte neanderthaler zou neerschrijven. Maar hij heeft  het boek gelezen en moest toegeven dat dat 'niet echt zo was'. Hij vond het heel grappig. Wat een groot compliment is want Simeon is zelf één van de grappigste mensen die ik ken.

De titel is heel mooi. Dekt hij volledig de lading van wat je met het boek wil?

Dankjewel en eigenlijk wel. Mijn boek is een parodie op romantische komedies. Het begint daar waar de meeste romantische komedies eindigen: wanneer de verliefdheid over is en je 'opgescheept' zit met een langdurige relatie. Dat is niet altijd ideaal maar je kan er dus maar beter mee lachen op die momenten dat het even tegen zit.

Aagje, ook de titel van jouw boek is erg goed gekozen. ‘Veerkracht’ doet natuurlijk spontaan denken aan turnsport. Toch is het geen boek dat een overzicht biedt van je turncarrière. Waarover gaat het?

Het is een boek over vallen en opstaan. Ik heb in de 29 jaar dat ik leef vaak moeten vechten om terug te komen, er weer te staan na blessures en tegenslagen. Veerkracht gaat hand in hand met het al dan niet snel de moed laten zakken. Je mag niet bij de pakken blijven zitten.
‘Veerkracht’ is dus niet alleen een sportief verhaal. Mijn topsportverhaal wordt omgevormd tot een schatkist vol inspiratie voor iedereen die het verschil wil maken in topsport, maar ook in het leven. Talent is één zaak, maar zonder het verwerven van bepaalde skills en denktechnieken kun je nooit doorbreken in een wereld waar elk resultaat staat of valt met een duizendste van een punt.

Ook jij gaat kwistig om met veel talenten, Stephanie… Je bent hobbykok, mediafiguur, columniste, schrijfster…

Ik wil zo veelzijdig mogelijk zijn. Ik ben absoluut niet gelovig maar ik moet altijd denken aan de parabel van de talenten. Ik vind die heel veelzeggend. Ik ga bewust op zoek naar die dingen waar ik goed in ben en probeer die zo goed mogelijk te ontwikkelen. Ik zou het heel jammer voor mezelf vinden om maar één talent te ontwikkelen, dat is zo beperkend. Als mens evolueer je ook, met ouder worden leer je meer over jezelf, ontwikkel je nieuwe aspecten die dan weer nieuwe kansen met zich meebrengen en dat is heel boeiend om te ervaren.

Van talent gesproken. Aagje, jij haalde in 2004 in Athene de finale van de Olympische Spelen. Wat herinner je je nog van je Olympische prestatie?

De sfeer in het Belgische team, de kwalificatiewedstrijd die heel goed verliep maar waar ik tot de laatste seconde moest afwachten of ik de finale had gehaald, de spanningen en ontladingen die zo’n Spelen met zich meebrengen. Opluchting, geluk, teleurstelling worden op zo’n moment extra in de verf gezet. De finale halen op de Olympische Spelen is een ervaring om altijd te koesteren.

Vorige zomer waren er de Olympische spelen in Rio de Janeiro. Hoe beleefde je die? 

Ik bekeek deze voor het eerst van op een bepaalde afstand. London 2012 was moeilijker, ik was 3 maanden daarvoor gestopt met turnen. Van Rio heb ik echt genoten. Sport en topsport in het algemeen, kijken naar atleten die het allerbeste uit zichzelf willen halen op het belangrijkste event ter wereld voor topsporters, de emoties die bij zo’n evenement gepaard gaan. Prachtig om te zien.
Momenteel geef ik nog commentaar voor Sporza en volg het reilen en zeilen in turnen op de voet. Ik heb nog contact met de Belgische gymnasten. Ik volg het zeker nog, al is het  vanop een bepaalde afstand.

Nu woon je in Oudenaarde. Mis je Wevelgem en je familie? Mis je je thuisland?

Mijn man en ik zijn niet echt mensen om ons hele leven op eenzelfde plek te blijven wonen. We gaan wonen waar de toekomst ons brengt. Oudenaarde is heel fijn om wonen, maar zo was Vlierzele , waar we 5 jaar hebben gewoond ook. In Wevelgem komen we nog wekelijks. De band met het thuisfront is er nog steeds en Noa speelt graag met haar Wevelgemse nichtjes en neefje .
Ik mis wel eens de Braziliaanse mentaliteit en klimaat. De mensen leven er anders. Minder gejaagd, terwijl het ook heel harde werkers zijn. Brazilië is hoe dan ook mijn favoriete reisbestemming.

Stephanie, jij woont momenteel in de Wevelgemse Roeselarestraat. Is dat je ultieme en gedroomde woonplaats? 

Ik woon graag in mijn huis maar ben niet per se gehecht aan Wevelgem en al zeker niet aan de Roeselarestraat want dat is nu niet bepaald een idyllische plek. Ik zie me dan ook zeker nog verhuizen in de toekomst. Momenteel heb ik mijn zinnen gezet op Brussel, Gent of Antwerpen. Ik heb geen kinderen, ben nog relatief jong en het bruisende van een stad spreekt me wel aan. Ik denk dat ik voorlopig wel België als uitvalsbasis zou behouden en intussen heel veel wil blijven reizen. Ergens geloof ik dat ik ooit op een plek zal aanbelanden waarvan ik zeg: Ja, dit is het, hier wil ik wonen en hier voel ik me thuis. Ik denk dat dat Italië is, maar Simeon is het daar absoluut niet mee eens.

---

Stephanie Coorevits (1984) werkt als psychologe. Ze is gekend van televisieprogramma’s als ‘De beste hobbykok van Vlaanderen’ en ‘Temptation Island’. Ze schrijft columns over koken en relaties in ‘Dag allemaal’ en 'De krant van West-Vlaanderen'.
Aagje Vanwalleghem (1987) is gewezen topturnster. Ze haalde de Olympische finale in Athene 2004. Nu is ze commentator voor turnwedstrijden bij Sporza, personal trainer en geeft ze lezingen over talentontwikkeling. Ze nam deel aan 'Expeditie Robinson' en 'Eeuwige roem'.


vrijdag 14 oktober 2016

0

Gullezen: op zoek naar boekenverhalen uit Gullegem

In het kader van Gullegem 950 gaat de bibliotheek op zoek naar Gullegemse boekenverhalen. 
Welke boeken herinner jij je nog uit je schooltijd? Welke Gullegemse leraar kon goed vertellen? Herinner je je nog de bib van vroeger?
Iedereen leest in Gullegem! Op de Facebookpagina Gullezen laten we alle Gullegemnaren vertellen over wat en hoe en waar ze lazen en lezen.

Dominiek Vandevenne, uitgeweken Gullegemnaar en redacteur bij Woestijnvis, bijt de spits af. Hij vertelt op zijn gekende wijze over vijf boeken die hem raakten.
En voorwaar: nog voor hij de Nobelprijs literatuur kreeg, was Bob Dylan al een literaire held van Dominiek.

Hans Dorrestijn: 'Dorrestijns' vogelgids'
Ik ben een vogelliefhebber, dat is intussen gekend, vooral bij de koolmeesjes in mijn tuin die ik ‘s winters met lieve woordjes en vetbollen vertroetel. Voor al je encyclopedische kennis van het vogelrijk, raad ik de ANWB-vogelgids aan. Daarin vind je alles wat je moet weten over vogels. En ook alles wat je niet moet weten, bijvoorbeeld over de roep van de waterpieper, die klinkt volgens de ANWB-vogelgids als ’zruu zruu zruu-zruu-zruu-zruu-zuu-zuu-zuuzuu-zuuzuuzuu zuuzuuzuu scrrirIRR-scirirIRR-scirirIRRSUUUuu-SUUuu PSIIIeh-PSIIIeh-PSIIIeh'. Ik vind dit niet uit, het staat er echt zo, op bladzijde 264.
Als je graag iets bijleert maar ondertussen ook met de glimlach van pagina naar pagina vliegt, neem dan Dorrestijns vogelgids. Ik volg Hans Dorrestijn al jaren, zijn depressieve verhalen, zijn boeken waar de faalangst van afdruipt, zijn galgenhumor over dronkenschap en falende liefdes, en zijn geestige liedjes. Hans Dorrestijn is ook een vogelaar. Op zijn manier: onbeholpen, grappig, aandoenlijk en herkenbaar. Hij omschrijft zichzelf als die gast die in een groep enthousiast wijzende vogelliefhebbers vraagt “Waar kijken jullie naar?”. Als je wat door de pathetiek en de zelfkastijding heen leest, vind je een leerrijke en literair verantwoorde vogelgids. 

Helen MacDonald: 'De H is van Havik'
Ah, het gaat wéér over vogels. Dat is waar, maar deze roman is meer dan dat. Het is het relaas van een vrouw die in een knoert van een rouwproces (haar vader is net gestorven) besluit om een havik af te richten. Ze verzeilt in een eenrichtingsstrijd met een wild ontembaar beest. Dit is een boek over eenzaamheid en passie en meditatie, in een innige omhelzing met de onberekenbare natuur.
Het schijnt dat romans de natuur als hoofdpersonage een nieuwe stroming is, omdat je er rustig van wordt, of omdat je er kan in vluchten en even weg zijn van waar je niet altijd wil vertoeven. Dat geldt voor mijn part voor àlle goeie literatuur, en voor deze roman heel zeker. Maar het gaat ook op voor een blonde Chimay. Of een combinatie natuurlijk. 

Bahamontes (driemaandelijks tijdschrift)
Alle wielerliefhebbers zouden zonder fout een abonnement moeten nemen op Bahamontes, het wielertijdschrift dat 4 keer per jaar verschijnt. Dit tijdschrift staat boordevol heerlijk interessante wielerverhalen, koersnieuws en oud nieuws, velo-anekdotes en retro-helden. En rijkelijk bestrooid met prachtige foto’s van West-Vlaming Jelle Vermeersch (lang leve Jelle Vermeersch!). En het allermooiste is als je Bahamontes uit de verpakking haalt. Dan ruikt het als een vers geopend pakje Panini. Onweerstaanbaar verzamelbaar. 

Patrick Rouffaer: ‘Bob Dylan in de studio’ 
Ik hou van veel muziekjes en ik lees ook graag veel boekjes over die muziekjes. Over Bob Dylan zijn al meer boeken verschenen dan dat hij platen heeft gemaakt (en dat zijn er veel). En wellicht is het beste boek over Dylan het boek dat hij zelf geschreven heeft (‘Kronieken’, een aanrader, het leest als een roman).
Maar als je de platen van Bob Dylan wil ontdekken of herontdekken, is ‘Bob Dylan in de studio’ een hele goeie. De auteur behandelt een plaat per hoofdstuk, per hoofdstuk een plaat. En meer bepaald wat er in de studio gebeurde tijdens het opnemen van die plaat. Het is een ervaring om naar de muziek in kwestie te luisteren tijdens het lezen van dit boek. Je voelt de liefde van een kenner voor zijn idool en je wenkbrauwen fronsen naar alle kanten als je merkt op welke vaak stuntelige wijze zoveel klassieke songs tot stand zijn gekomen. 

Paul Baeten Gronda: ‘Wanderland’ 
Paul Baeten Gronda ken je misschien van zijn columns in Focus Knack. Die mag je zeker lezen, en terwijl we bezig zijn, kan ik je columngewijs ook Marc Didden aanbevelen. Die schrijft zo mooi en zo waar en zo eigenzinnig eigenwijs, dat is pure poëzie.
Maar ik wou het hebben over Paul Baeten Gronda in romanvorm. Wellicht is die voor jou nog onontgonnen terrein maar probeer toch maar eens iets van deze Vlaamse Italiaan. (Of hoe noem je een Vlaming die in Italië luilekkert?) Begin misschien bij zijn meest recente roman, ‘Wanderland’, over de jonge schilder Igor Nast. Een dun maar meeslepend boekje, zo eentje waarbij je om de vier zinnen glimlacht en denkt “Dat is goed gevonden” en “Dat is nu eens mooi gezegd.” en “Waarom is die gast niet even bekend als pakweg Dimitri Verhulst?” Ga daarna terug naar de bibliotheek en neem “Strauss Park” mee, Pauls vorige roman. Die is iets dikker. Daar kijk je maar om de tien of elf zinnen aangenaam verrast op.

Lees alles over het initiatief 'Gullezen'.


dinsdag 4 oktober 2016

0

De Bib wordt groot!

In december 2015 kwam de bibliotheek na twee jaar verhuizen en verbouwen weer naar het park. Sindsdien werd de bib steeds meer een huis van beleving en verwondering.
Meer mensen vinden de weg naar de bibliotheek, ze blijven er langer rondhangen en snuffelen en nemen deel aan verrassende activiteiten.
Stilaan zijn we de kinderziekten ontgroeid en wordt de bibliotheek groot.
Bij deze gelegenheid maken we van onze jaarlijkse Verwendag op zaterdag 8 oktober één grote Babyborrel. Iedereen is van harte welkom.
Cadeautip? We zouden het fijn vinden als je kwam!

Bib in het park

van 9u00 tot 12u30: Peuterland
Alle peuters en hun ouders krijgen een VIP-behandeling! Een deel van de bibliotheek is vandaag speciaal voor hen gereserveerd.
Er is een springkasteeltje, een kleine trampoline, fietsjes, spelletjes… Twee enthousiaste animatoren houden een oogje in het zeil.
In Peuterland laten we je ook kennismaken met alle alle bibmaterialen voor peuters en hun ouders.

09u30: Rondleiding en bezoek achter de schermen
Nog nooit de vernieuwde bib bezocht? Of je vindt nog niet alles wat je zoekt? Kom dan zeker langs. We tonen je alle afdelingen en geven je graag uitleg waar nodig. Ontdek ook de bib achter de schermen. Na de rondleiding trakteren we met koffie en cake.
Inschrijven vooraf is niet nodig.

9u45 en 10u30: Initiatie Babymassage
Onder begeleiding van kinesitherapeute Monique Holvoet leer je je baby masseren.
Voor baby’s tussen 2 en 9 maanden. Een sessie duurt ongeveer 20 minuten (sessie 1 van 9u45 tot 10u15, sessie 2 van 10u30 tot 11u00)
Deelname is gratis (max. 10 deelnemers per sessie), 2 badhanddoeken meebrengen.
Inschrijven vóór 4 oktober: conny.vansteenkiste@wevelgem.be of 056 433 540

10u30: De Vertel-Ster
‘Vertel-Ster’ Marijke Goossens is een doorgewinterde verhalenverteller. Ze vertelt voor alle kinderen van de 2de en 3de kleuterklas en het 1ste en 2de leerjaar.
Inschrijven vooraf is niet nodig.

11u tot 12u30 Babyborrel
De Bib in het park is tien maanden oud. Hoog tijd om een heuse ‘babyborrel’ te geven.We verwelkomen je met cava en passende hapjes!

Bibliotheek Gullegem

9u45: Pieter Casier vertelt voor alle kinderen van de 2de en 3de kleuterklas en het 1ste en 2de leerjaar.
10u45-12u00: Happy Hour met gratis bierproeverij voor alle bezoekers i.s.m. de Gullegemse brouwerij Gulden Spoor
Inschrijven vooraf is niet nodig.

Bibliotheek Moorsele

9u45: Elise Demuynck vertelt voor alle kinderen van de 2de en 3de kleuterklas en het 1ste en 2de leerjaar.
10u30-11u30: Happy Hour met gratis bierproeverij voor alle bezoekers i.s.m. Brouwerij Eutropius
Inschrijven vooraf is niet nodig.

Praktisch

Zaterdag 8 oktober vanaf 9 uur: verwendag in de Bib in het Park, Bibliotheek Gullegem en Bibliotheek Moorsele
Gratis toegang
bibliotheek@wevelgem.be


vrijdag 17 juni 2016

0

Thrillers van Venus, thrillers van Mars


Voor veel lezers en leners is de Zomer van het Spannende Boek het favoriete seizoen van het boekenjaar. Twee maanden lang zetten elke boekhandel en bibliotheek de spannende boeken - romans waarin moord, fraude, terreur of spionage de boventoon voeren - in het zonnetje. Want wat biedt er meer ontspanning op het strand, op de camping of in de bergen dan... spanning?

Dit jaar hangen we de Zomer van het Spannende Boek op aan thrillers die speciaal voor mannen of voor vrouwen bedoeld zijn. Op de meeste thrillers staat natuurlijk niet écht een geslacht of leeftijd, maar dat neemt niet weg dat er wel degelijk vaak geschreven wordt naar een speciale doelgroep toe. Het leeuwendeel van de thrillerlezers én -leners is trouwens vrouw en tussen de 30 tot 60 jaar oud.

Misdaadromans voor vrouwen focussen meer op het dagelijks leven, op gezinssituaties en relaties - op wat daar allemaal crimineel fout kan lopen. Niet zelden met een femme fatale in de hoofdrol. Mannen lezen dan weer liever over geheim agenten, maffiapraktijken of politieke corruptie, in romans met veel achtervolgingen, explosies, stuntwerk en technologische snufjes.

Zonder partij te kiezen doet de bibliotheek deze zomer dus even mee aan de strijd tussen de seksen. We maken een boekenstand met spannende boeken voor mannen. Van David Baldacci over Clive Cussler tot Len Deighton. Én we maken een boekenstand met spannende boeken voor vrouwen. Van Camila Lackberg over Nicci Gerard tot Simone van der Vlugt.

Thrillers van Venus, thrillers van Mars, zeg maar. Kom een kijkje nemen in de bib! En neem meteen de twee bijbehorende bladwijzers mee die we voor de gelegenheid hebben gemaakt, met nog veel meer leestips. Voor hem, en voor haar.

dinsdag 7 juni 2016

0

'IJs', de nieuwe roman van Koen D'haene


"Het mag dan wel officieel zijn zevende boek zijn," begon schepen van cultuur Lobke Maes haar inleidend woordje, "maar in zekere zin is Koen opnieuw van nul moeten beginnen." Koen, dat is: Koen D'haene. Ook wel: Koen-van-de-bib. Of nog: onze Koen. In een bomvolle zaal werd zaterdag zijn nieuwe roman boven de doopvont gehouden. In de Bib in het Park, tussen het groen. 

Het boek heet IJs en is verschenen bij de Nederlandse uitgeverij LetterRijn. Een spannende roman voor volwassenen. Vandaar dat "van nul moeten beginnen": het is Koens eerste roman voor volwassenen. "En," voegde Lobke daar nog aan toe, "meteen het eerste boek dat in onze vernieuwde bibliotheek wordt gepresenteerd."


Het Wevelgemse trio Les Tripes had daarvoor al het publiek in de juiste stemming gebracht. Het bracht 'Une belle histoire' van de Franse troubadour Michel Fugain.

C'est un beau roman, c'est une belle histoire
C'est une romance d'aujourd'hui
Il rentrait chez lui, là-haut vers le brouillard
Elle descendait dans le midi, le midi
Ils se sont trouvés au bord du chemin
Sur l'autoroute des vacances
C'était sans doute un jour de chance
Ils avaient le ciel à portée de main
Un cadeau de la Providence
Alors pourquoi penser au lendemain?

Nederland lijkt wel het beloofde land voor Wevelgemse auteurs. Eveline Vanhaverbeke, Philip Hoorne en nu Koen: allemaal vonden ze onderdak bij een Hollandse uitgeverij. Theo van Rijn was zichtbaar trots op de eerste Vlaamse schrijver in zijn fonds. Hij hoopte dat IJs als een ambassadeur zou zijn die zijn kleine uitgevershuis onder een ruimer Vlaams publiek bekend zou maken. Omgekeerd wil hij met plezier Koen D'haene introduceren bij het Nederlandse lezerspubliek. Al moesten daarvoor een aantal "Vlaamse woorden" in het manuscript voor de bijl, en vervangen worden door Nederlands idioom.


Trui Moerkerke, ooit eindredacteur mode van Knack Weekend, polste in haar babbel met Koen naar de kiem waaruit IJs was ontstaan. "Het plan was eerst gewoon een adolescentenroman te schrijven," zei Koen. "Enfin, een young adult boek, zoals dat tegenwoordig heet. Het verhaal van een zomerromance. Maar gaandeweg merkte ik dat ik ook een terugblik op die zomerromance wou schrijven. Twintig jaar later. En wanneer je voluit wil gaan mijmeren over ouder worden en het verliezen van je jeugd, dan merk je dat je al gauw voor volwassenen zit te schrijven. Plus: een jongerenroman met veel volwassenen aan het woord, dat werkt niet zo best."


Koen vertelde over zijn schrijfrituelen. Dat hij een zondagsschrijver is - letterlijk, dan: voor schrijven heeft hij alleen op zondag tijd. Dan zet hij enkele prikkelende attributen voor zich neer (een Zwitsers miniatuurchaletje), draait hij de platen die de soundtrack van zijn verhaal vormen (Bruce Springsteen, 'Vamos al la playa' van Righeira) en dan gaat hij aan de slag. En terwijl een idee vaak vijf, zes jaar nodig heeft om te rijpen, gaat het eigenlijke schrijven behoorlijk snel. In een paar maanden is de klus geklaard. Ook al omdat er per hoofdstuk een strikte synopsis klaarligt van wat er moet gebeuren.

Het resultaat van de laatste reeks schrijfzondagen is dus IJs. "Het is géén thriller," waarschuwde Koen. "Er komt bijvoorbeeld geen politie aan te pas. Maar spannend moest het zeker worden. En onvoorspelbaar. Toen hoofdstuk zes af was, heb ik het aan mijn vrouw Elsie laten lezen en vroeg ik haar hoe ze dacht dat het verhaal zou verder gaan. Toen ze de bal helemaal mis sloeg, wist ik dat ik op het goede spoor zat."


De titel IJs is trouwens een cadeautje van Bart van Loo. Koen vertelde de Frankrijkkenner op café over zijn recente romanproject, met de verzuchting dat hij geen goede titel kon vinden. 'IJs' zei Bart prompt. En aldus geschiedde. Het contract van LetterRijn kreeg Koen in een ander café, in Sint-Niklaas, ergens halfweg tussen Wevelgem en Leidschendam, aangeboden.

Hoe autobiografisch is een roman? Dat willen mensen toch altijd weer weten. En dus ook Trui Moerkerke. Waarop Koen antwoordde dat een schrijver zich altijd weer onderbrengt ("verstopt") in verschillende personages. Of voorkennis over de auteur nu veel uitmaakt voor het leesplezier, is weer een andere zaak. "Toegegeven, ik speel graag een spelletje met de kenners van mijn vroegere werk. Zo laat ik de ouders van Hella, 'het mooiste meisje van de wereld' dat ook al in Valsspeler figureerde, even voorbijkomen. Maar gaat het dat aan je voorbij, dan is er nog geen man overboord."


Les Tripes sloot af met Georges Brassens. Het publiek sloot af met een hartverwarmende applaus. De gemeente bood een receptie aan. Kaas, wijn. Al snel vormden zich twee rijen voor de boekentafel. Niemand - nog het minst Koen zelf - kon vermoeden dat de signeersessie uiteindelijk twee uur zou duren.

maandag 23 mei 2016

0

Auteursontmoeting met Piet De Loof


Dat Piet De Loof geen klassieke auteurslezingen geeft, werd die elfde mei vanaf de eerste seconde duidelijk. Piet liet een paar minuten etherische muziek horen en ging ondertussen doodleuk tussen de leerlingen van het derde middelbaar zitten. Zonder een woord te zeggen - een impliciete uitnodiging om eens goed te luisteren naar wat weerklonk.

Piet De Loof ademt muziek. Van de eikenhouten Johann Sebastian Bach tot de electronische avantgardist Matthew Herbert. Al zijn jeugdromans zijn doortrokken van muziek. In Het laatste lied helpt Viola, de vijftienjarige dochter van een beroemde sopraan, mensen uit de nood. Voor iedere stemming vindt ze wel een liedje op haar iPod. De schoonheid van Clara gaat over een talentvolle pianiste die tijdens een muziekconcours instort en het podium moet verlaten. De zestienjarige Ludovic uit Ssst! heeft gehoorschade opgelopen in een studentencafé.


Zelfs Mijn vriend Hitler, een historisch accurate roman over de jeugdjaren van Hitler, draait goeddeels om muziek. August Kubizek wordt - in pijnlijke tegenstelling met zijn colerieke kameraadje 'Adi' - toegelaten tot de Weense academie en zal het schoppen tot dirigent.

"Muziek moet zowat de meest directe kunstvorm zijn," zei Piet. "Binnen enkele tellen moeten we ons verhouden tot een muziekstuk. Muziek kan nooit niets doen. De impact is acuut, terwijl een boek, een tekst zich pas na de nodige inspanning prijsgeeft." Omgekeerd worden wij op onze beurt gestuurd door de muziek. Om dat aan te tonen liet Piet een bibberig filmpje zien dat hij in de gauwte had gemaakt in een Gents park. Op zich nietszeggende beelden, maar zet er spannende / vrolijke / melancholische muziek onder en de beelden beginnen prompt een verschillend verhaal te vertellen.


Piet komt uit Oudenaarde. Hij werkte voorheen als redacteur en journalist, en verdient nu naast het schrijven van jeugdboeken ook zijn brood als copywriter. In een levendige stijl vertelde hij het publiek hoe het is om schrijver te zijn, en probeerde daarbij de voorspelbare vragen voor te blijven. De klassieke vraag over inspiratie, bijvoorbeeld: "Als ik wist waar ik mijn inspiratie vandaan haalde, ging ik daar elke dag naartoe." Piet neemt zichzelf niet te serieus, maar zijn boeken des te meer. Elke zin telt.

En de belangrijkste zin moet wel de openingszin zijn. Na jaren van volgehouden studie kan Piet inmiddels alle openingszinnen onderbrengen in een van de volgende rubrieken. (a) Het weerbericht ("Het was een donkere, stormachtige nacht." - strips van Jommeke beginnen hier al te vaak mee), (b) een openingszin die de lezer meteen midden in de actie stort, (c) een mysterieuze openingszin die de lezer héél nieuwsgierig maakt, (d) een informatieve zin die de hoofdpersoon keurig introduceert of (e) een openingszin die doelbewust een bepaalde sfeer neerzet.


Afsluiten deed Piet nogmaals met Mijn vriend Hitler, de jeugdroman waarvan toevallig dit weekend bekend raakte dat hij op de KJV-lijst staat voor volgend schooljaar. Het sobere, goed gedocumenteerde verhaal laat zien waar de verbittering van de jongvolwassen Hitler deels vandaan kwam. Tegenwoordig zouden we dat proces radicaliseren noemen. Wat niet betekent dat het mysterie Hitler nu van de baan is. Dat krijgt geen enkel boek - fictie of non-fictie - voor elkaar.

Piet De Loof was een graaggeziene gast in de bibliotheek. Hij nam nog vlug een selfie en gooide die meteen op Facebook. Wie zichzelf tagde in de foto, maakte kans op een gratis boek. Bedankt, Piet! Tot de volgende!